P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen horletoet* [grondschaaf] {1859} van horrelen, iteratief van het klanknabootsende horren [snorren] + toet [(gewestelijk) varken]; de grondschaaf heet ook wel varken; vgl. ook vloervarken [schuier].
Dankjewel! Thanks a lot. I always wondered where that strange word came from. And you gave the answer.